De levendige geschiedenis van het Paleis is diep verweven met die van Amsterdam en verbindt de inwoners met elkaar. Het Paleis is het grootste en meest prestigieuze gebouw uit de zeventiende eeuw en één van de belangrijkste monumenten van Nederland. Beeldhouwwerken en schilderijen van beroemde kunstenaars vertellen het verhaal van Amsterdam als centrum van de wereld. Ze imponeren tot de dag van vandaag. Lees hieronder meer over de historische en hedendaagse functies van het Paleis.
Het Koninklijk Paleis is het officiële ontvangstpaleis van Z.M. Koning Willem-Alexander. Er vinden staatsbezoeken, prijsuitreikingen en andere koninklijke ontvangsten plaats. Daarnaast stelt de Koning het Paleis zoveel mogelijk open, waarbij jaarlijks ruim 300.000 bezoekers gastvrij worden ontvangen. Met een gevarieerd cultureel en maatschappelijk publieksprogramma vervult het gebouw een levendige functie in de hoofdstad.
De gelaagde geschiedenis van het Paleis is verweven met de geschiedenis van de stad aan het IJ. Het gebouw verrees als trots stadhuis van Amsterdam op de Dam, de plaats van waaruit Amsterdam uitgroeide van vissersdorp tot metropool. In de zeventiende en achttiende eeuw bevonden zich hier niet alleen de gemeentelijke kantoren en stadsloketten, maar ook bijvoorbeeld de rechtbank en de Wisselbank, de voorloper van De Nederlandsche Bank. Voor Amsterdammers was er alles onder één dak te vinden.
Na de revoluties van de late achttiende eeuw kreeg ons land in 1806 een Franse koning: Lodewijk Napoleon, de broer van de Franse keizer Napoleon Bonaparte. Koning Lodewijk Napoleon zag voor Amsterdam een rol als hoofdstad weggelegd en transformeerde het grote stadhuis binnen een paar maanden tot paleis. Toen de Fransen in 1813 werden verdreven, werd het huidige Koninkrijk Nederland geboren.
In het Paleis werd Willem I uitgeroepen tot soeverein vorst. In eerste instantie gaf de nieuwe vorst het Paleis terug aan het Amsterdamse stadsbestuur, maar hij zag al snel dat het van wezenlijk belang was om regelmatig in Amsterdam te verblijven. In 1814 besloot het Amsterdamse stadsbestuur om de vorst het gebouw ter beschikking te stellen. Het Koninklijk Paleis werd in 1935 door de stad Amsterdam verkocht aan de Staat. Bij de troonswisselingen van Oranjevorsten speelt het Paleis nog steeds een belangrijke rol. Zo deed Koningin Beatrix in 2013 in de Mozeszaal afstand van de troon ten gunste van haar zoon Willem-Alexander.
Het stadspaleis ziet al eeuwenlang iedereen door de toegangspoorten naar binnengaan: van koning tot koopman, van bruid tot bedelaar. Ook in het jubileumjaar bent u van harte welkom om in hun voetsporen te treden en het Koninklijk Paleis Amsterdam als unieke plek van levendige geschiedenis en dialoog te ontdekken.
