Het achtste wereldwonder
Kijk omhoog, op meer dan 20 meter hoogte bevindt zich in Amsterdam een uniek dak vol verhalen: het dak van het Koninklijk Paleis Amsterdam. Het paleis is het grootste en meest prestigieuze gebouw uit de zeventiende eeuw en daarmee één van de belangrijkste monumenten van Nederland. Oorspronkelijk is het niet gebouwd als paleis, maar als stadhuis van Amsterdam. Architect Jacob van Campen ontwierp een gebouw dat de grote macht en rijkdom weerspiegelde van Amsterdam in de zeventiende eeuw.
Twintig jaar bouwen
Na het heien van maar liefst 13.659 palen in 1648, werkten honderden mannen op houten steigers en wiebelende ladders aan de bouw. In 1655 werd het nieuwe stadhuis in gebruik genomen, al was het nog lang niet af. Het zou nog zo’n tien jaar duren voordat het dak klaar was en de decoraties erop konden worden gezet.
Net als tijdens de bouw in de zeventiende eeuw, staat het gebouw nu weer in de steigers. Een groot team van vakmensen en specialisten werkt samen aan het onderhoud van het dak, zodat dit bijzondere monument met zijn unieke kunst en architectuur bewaard blijft voor de toekomst.
* Beeld: De Dam met het stadhuis in aanbouw, toegeschreven aan Jacob van der Ulft, rond 1656, Amsterdam Museum (in bruikleen van het Rijksmuseum)