In het voorjaar van 1808 kreeg Hendrik Bosch de opdracht van zijn leven. De Amsterdamse blikslager mocht grote kroonluchters en bijpassende wandlichten leveren voor de Burgerzaal. Die zou gaan dienen als Grote Ontvangstzaal van de Franse Koning Lodewijk Napoleon, die het stadhuis als paleis inrichtte. Een opmerkelijke keuze: van blik en ijzer werden gebruiksvoorwerpen gemaakt, geen prestigieuze kroonluchters. Behalve de kroonluchters zijn ook veel andere olielampen, dienbladen, emmers en andere blikken voorwerpen uit de paleisinventaris bewaard gebleven. Bijzonder, want dit soort spullen werd meestal weggegooid, wanneer ze buiten gebruik raakten.
Hendrik Bosch maakte maar liefst 96 van deze elegante
olielampen voor de kroonluchters in de Burgerzaal. De pijlkoker dient als oliereservoir, dat de twee
branders onderaan voedt. Lucht wordt daar van onderaf aangezogen en door het langwerpige
lampenglas efficiënt naar boven afgevoerd. De vlam brandt daardoor fel, belangrijk
in een periode dat kunstlicht schaars was. Sinds de elektrificatie van de kronen
in 1938 worden de lampjes als historisch object bewaard.
Werken voor de Koning
Hendrik Bosch en zijn compagnon Jan Jonker waren trots op
hun koninklijke opdrachten. Beiden vroegen brevettering aan als ‘Meesterblikslager
en decorateur van de verlichting van het Koninklijk Paleis’ en als ‘Meestersmid
van het Paleis’. Met die status als hofleverancier konden ze zakelijk hun
voordeel doen. Maar voor Jonker pakte dat anders uit: het enorme bedrag van
24.000 gulden voor geleverd werk werd steeds niet uitbetaald, waardoor zijn
fabriek aan de Bloemstraat bijna failliet ging.
Ontdek het verhaal van 'Blik in het Paleis' en nog 4 andere verhalen van onbekende mensen die een onuitwisbaar stempel op het gebouw aan de Dam achterlieten. Deze zomer te zien in het Amsterdamse Paleis van 16 juni t/m 16 september, dagelijks van 10.00-17.00
uur .
